|
|
|
Patroon voorbereiden Klossen opwinden Opzetten van het kant Kantklossen Afhechten van het kant |
Op de plaats, waar de spelden komen te staan, moet u eerst gaatjes prikken. U zult misschien denken dat dit ook tijdens het kantklossen kunt doen, maar het is dan soms moeilijk om te zien waar de speld preciesw moet komen te staan. Het is veel gemakkelijker en veel nauwkeuriger om de gaatjes eerst te prikken. Tijdens het kantklossen, kunt u dan met de speld 'voelen' waar deze moet komen te staan. Ik druk mijn patronen af met behulp van de computer en dan prik ik de patronen direct, maar sommige mensen prikken door het patroon in een stuk karton, de prikking. U kunt een speciale prikpen hiervoor kopen, maar ook een naald of een speld gebruiken. Pas op dat u niets beschadigd. Prik het patroon op iets stevigs, bijvoorbeeld een prikmatje of uw kantkloskussen. Als u uw papier omdraait, kunt u kijken of u gaatjes heeft gemist. Wanneer dat alles is gedaan, kunt u het patroon vastprikken op uw kantkloskussen met een speld in iedere hoek (of meerdere, als dat noodzakelijk is). Druk deze spelden helemaal naar beneden, zodat ze niet in de weg komen te staan.
|
De klosjes
worden in paren gewonden. Neem het uiteinde van uw draad
en windt dit rond het inspringende gedeelte aan het eind van uw
klosje. U moet zelf beslissen hoeveel draad u nodig denkt te hebben.
Voor een klein patroon, zal de lengte van uw uitgestrekte arm voldoende
zijn, het uiteinde van uw uitgestrekte hand tot uw neus. Na het
afmeten, de draad niet doorknippen! Windt het afgemeten stuk draad rond
uw klosje, terwijl de draad van de spoel komt. Wanneer dat gedeelte
rond het klosje is gewonden, maakt u een lus, u draait de lus en
schuift deze over de inkeping bovenaan het klosje, zodat u
een glijdende gedraaide lus verkrijgt. Meet nu eenzelfde hoeveelheid draad af van het spoeltje, dit gedeelte mag u het wel doorknippen. Windt het andere uiteinde rond een klosje en windt het op eenzelfde manier rond het klosje. Zo verkrijgt u een stuk draad met aan beide uiteinden een klosje. Steek een speld in het kantkloskussen bij het begin van uw patroon. Rond de speld, laat u het paar klosjes netjes naar beneden hangen op uw kantkloskussen. U kun ongeveer 5 cm draad vrijlaten tussen de speld en de klosjes. Doe dit ook voor alle overige klosjes. Laat het kussen alstublieft niet vallen op dit punt. |
Het is verstandig om eerst te bedenken waar u wilt
starten met uw kant. Torchon heeft een rooster bestaande uit
diagonalen. Wanneer er schuin over het patroon een diagonaal loopt met
gaatjes dan is het handig om van hieruit uw patroon op te zetten. Bij
ieder gaatje wordt er een paar van klosjes gehangen. Er is een
paar extra nodig aan het uiteinde of het draaien (misschien wel een
meer bij de linnen zelfkant). U
kunt dit paar hangen
rond de speld op de rand, of u plaatst een extra speld aan de
rechterkant, waar u het klosje dan zolang bewaart. Er is ook een extra
paar nodig om langs de diagonalen van het rooster te lopen. Dit paar
kan aan de bovenkant van de diagonaal worden gehangen.
Een andere, nettere manier om te starten is een
lijn te tekenen dwars over uw patroon, voordat u start. U heeft dan
twee paar klosjes per speld nodig (dit betekent dus 4 klosjes). En er
is ook een paar extra nodig bij het einde, zoals hiervoor beschreven.
Loop met een paar langs alle klosjes, dat wil zeggen met linnenslag of met een linnenslag en een draai. U moet ook weer terug lopen om te
terug te komen op de juiste plaats. Maak nu de Torchon grond tot de plaats waar het
patroon start. Dit betekent dat u het patroon niet hoeft te starten in
het midden van een ruit of een spin.
Het is een goed idee om te starten met de klossen, zodra u ze heeft opgehangen, Als u eenmaal een slag heeft gemaakt met de draden en u stoot tegen uw kantkloskussen of het valt om, dan is het makkelijker om de klosjes terug te hangen op hun juiste plek (overigens wel met een goede verlichting en heel veel geduld - het is weleens mij gelukt!) Maar goed, mocht u ze netjes rond de spelden hangen en stoten tegen uw kantkloskussen dan heeft u een verschrikkelijke warboel!
Zo nu en dan is het nodig om een speld neer te zetten. Ga na tussen
welke klosjes de speld moet komen te staan. Verplaats de speld
voorzichtig tussen de draden, ben er zeker van dat u geen plaats mist.
Wanneer u naar uw patroon toegaat, vindt dan het juiste gaatje (dit
natuurlijk als u alles heeft voorgeprikt)
en steek de speld in het kantkloskussen. Steek de speld zover, dat
speld stevig blijft staan, maar niet helemaal tot de kop. Het is goed
idee om de speld enigszins schuin te zetten met zijn richting
tegengesteld aan die van de ligging van de klosjes. Zo worden de draden
naar beneden gedrukt als u de draden aantrekt. Aan de randen van het
kant is het ook handig om de spelden enisgszins schuin van het kantwerk
af in het kaantkloskussen neer te zetten. Zet de spelden niet te schuin
neer. Op een gegeven moment heeft heel veel spelden bij elkaar staan,
en dat moet overzichtelijk gebeuren.
U dient altijd de draden aan te trekken bij een speld. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. Geef elk klosje een klein rukje naar beneden, tot het slappe deel van de draad is verdwenen. Maar soms kan het voorkomen dat er behoorlijk hard getrokken moet worden, aan de draden, om een nette slag te verkrijgen. Neem dan een paar klosje in de ene hand en het andere paar in de andere hand en trek ze voorzichtig van elkaar vandaan. Te hard trekken kan als gevolg hebben dat de speld los komt te zitten en dat geeft een waarboel, pas dus op! Moch u draden niet netjes aantrekken dan ziet u misschienn kleine lusjes in het uiteindeljke kant. Maar maakt u zich daar niet al te veel zorgen over, niemand ziet dat (mogelijk alleen iemand anders die kantklost!).
Laat de spelden in het werk zitten totdat u genoeg kant heeft
gemaakt en het eerder gemaakte kant niet beschadigd kan worden als u
trekt aan uw draden. Dit kan bijvoorbeeld na een paar centimeter. Op
het eerste gezicht kan dat gelijk vanaf bovenaf aan. Maar maakt u
een onderzetter of de rand van een zakdoek, dan moet het begin en het
einde nog aan elkaar worden gezet. Dit gaat veel gemakkelijker als u de
spelden van het begin laat staan. Zo blijven de draden op hun
goede plaats liggen om de twee einden aan elkaar vast te maken.
Maar zet dan de spelden wel rechtop, zodat ze geen hinder vormen voor
de spelden van de rest van het kantwerk. Maakt u zoiets dan maakt u
eerst een zijde van een kantje tot de hoek, en dan draait u uw
kantkloskussen en maakt de volgende zijde en zo verder.
Heeft u op een gegeven moment wat kant gemaakt, dan zult u zien dat
er draad is verbruikt van de klosjes en dat de klosjes dichter bij het
kan zijn komen te liggen. Dan kunt u wat meer draad van het klosje
afwinden door het klosje vast te houden met een gespannen draad en al
draaiende aan het klosje komt er draad vanaf (maar niet te veel!).
Indien u voorzichtig bent dan raakt de glijdende
gedraaide lus niet los.
Indien u niet genoeg draad heeft op uw klosje, en echt helemaal zonder draad komt te zitten, dan kunt u een ander stuk draad op uw klosje winden en verder gaan. De knoop zal zichtbaar zijn in het uiteindelijke kant, maar de meeste mensen zullen het niet opmerken.
Maakt u een fout, dan heeft u de keus uit twee dingen. U kunt het werk helemaal uithalen, dus alle slagen in omgekeerde volgorde doen (ook de spelden eruit halen), de fout herstellen en weer verder gaan met kantklossen of u kunt de fout laten zitten en proberen om de klosjes in de goede volgorde te verkrijgen. Soms ziet u fouten in het anktieke kant!
De simpelste manier om een kant te beeindigen is om alle klosjes af
te knippen, de spelden eruit te halen en dat is het! Immers als u kant
koopt, heeft het ook een afgeknipte rand. Maar daar zal een deel van
gaan rafelen en u heeft de nodige uren aan dat stukje besteed, daar
moet dus een betere manier voor zijn. U kunt de klosjes afknippen, maar
dan niet te kort afknippen dus een stuk draad laten hangen. Daarna kunt
u de draden afknopen, of paren van draden, of grotere groepen van
draden afknopen. Als u een hele regel van slagen heeft en deze moet
afknopen, dan kan het handig zijn om deze af te knopen rond de spelden.
Een standaard platte knoop zorgt ervoor dat de einden van de draden
parallel liggen met het einde van het kant en de knopen zo goed als
onzichtbaar maken. Groepjes van draden bij elkaar knopen en u kunt er
een mooie franje van maken aan de onderkant van het kantwerk. Als u de
rand van iets aan het maken bent, bijvoorbeeld van een zakdoek, dan
wordt het uiteinde vastgemaakt aan het begin. Dan kunt u de einddraden
vasknopen aan de startdraden. U moet dan wat draad van de klosjes
afwikkelen en een naald gebruiken om te proberen de draad door het
oogje van de begindraden te krijgen en dan ook weer afknopen.